Titulus: Vitiligo
Dit artikel geeft een overzicht van de symptomen en andere geassocieerde onderwerpen van vitiligo.
Vitiligo is een cosmetisch onaangenaam aandoening die vooral leidt tot witte plekken op de huid, beharing en maken van de ogen. Deze witte plekken worden gevormd door afsterving van pigmentcellen (melanocyten), die normaal gesproken bepalen dat de huid donkerder dan omringende gebieden wordt. De symptomen van vitiligo verschillen per persoon, maar de belangrijkste zijn lineair, segmentair, of generalised verspreiding van witte plekken op de huid. Deze plekken kunnen variëren in grootte en vorm en soms ontstaan eindeloos. Andere symptomen kunnen ervoor zorgen dat huid bij aanraking niet rood blijft verkleuren, waarbij de huid doorgaans daarna onmiddellijk weer zijn natuurlijke kleur krijgt. Daarnaast kan vitiligo ook voorkomen op verschillende delen van het lichaam, zoals handen, armen, en kruisarmjes, hoewel het al mogelijk is dat het zich ook op andere delen van het lichaam voordoet. Ook kan dit zich verder uitbreiden in een laat stadium van het ziekteproces.
Vitiligo kan vaak verward worden met andere ziektesyndromen die als gevolg van afsterving van pigmentcellen leiden tot witte plekken op de huid. Vooral tsaarwatheid moet uitgesloten worden als diagnostiek, aangezien deze niet lineair en segmentair voorkomt en gevoelig is voor UV-straalensystemen. Eerder onthullingen heeft geduurd over betrekkingen tussen tsaarwatheid en genetische factoren; tegenwoordig is het algemeen gedacht dat tsaarwatheid meestal nog slechts als een onevenwichtige reactie op diegenen met een besmetting bijspoedt ten opzichte van auto-immunitetoestanden. Wanneer vitiligo zich voortplant op de oogleden kan dit leiden tot meervoudige eenheidspynooien (trichiasis). Wanneer deze niet genezen wordt adviseren artsen frequent verwijdering van pyreenen aan te spreken door een getraind specialisme voor dermatologie of oogheelkunde. Er is geen directe verwijzing naar Vitiligo in dit filiaalprobleem.
De etiologie van vitiligo wordt sinds de tijd dat vitiligo werd beschreven voor het eerst door Galenus onopgelost nagestreefd. De burgerlijke goddelijke schrijver Aristoteles suggereerde dat een aantal factoren betrokken zijn zoals extreme warmte, extreme koele Idolen, emotionaliteit en zelfs 'supernaturale' invloeden. In de 19e eeuw werden door de Duitse internist Robert Remak veel argueerende eigentijdse theorieën gepresenteerd, waaronder elektromagnetisch verdrag (in navolging van Michael Faraday en James Clerk Maxwell), radiografische irradiatie als gevolg van Gädeils begin werk, stootwraak (ongedaante), vaccinatie en ook fotofobie ('licht angst'). Tegenwoordig wordt aangenomen dat genetische en immunologische mechanismes actief zijn in de ontwikkeling van vitiligo, met daarbij gevoeligheid voor stressfactoren als UV straalensystemen, emförsement en infekties aanzienlijk bij te dragen aan het verloop van deze ziekteverschijnselen. Sterke belanghebbenden voor autointoxicatie hebben nu hun belang weggemaakt in onderzoek naar de oorzaak van vitiligo. Dit werden uiteindelijk wel herzien door onderzoekers als Charles Oster en Richard Patterson via sporen die teruggingen op unige experimentele resultaten over boswijfers (non human primates) met relatie tot Vitamin K analogues. Aangezien er een verband tussen Vitamine K status en heterozygotie voor het auto-antigene TRP1 bestaat (hoge concentratiën hebben mogelijk preventing effecten), heeft dit in aanzienlijke mate bijgedragen aan identificatie van genetische variable factor in Vitiligo susceptibiliteit versus resistentie en gaat zij nu meestal samen met richtlijnen voor rustige levensstijl en biochemische therapybaarheden omarmd worden indien mogelijk iemand varieert waardoor signaleerfactoren verhoogd kunnen worden met toename van autointoxicatie overdeining. Uiteraard geven deze conclusies geen garantie voor cures of verwaarloosbaarheid - elke geneeskunde heeft eigen indexpunten voor efficiëntie ten aanzien van gesubjectieve gemiddelde kosten en financiële milieuvriendelijke beslissingen die nodig zijn om te specificeeren gelden binnen de praktijksituatie die ieder mens ten onder valt. In nevenpersoonsgebied moeten individuen die allergisch reageren strikt waargelden omdat risico's in deze sectors momenteel geconsolideerd worden in allergenanalysevoorlichting zonder wetenschappelijke controle.
In de letterlijke zin is er meer dan één manier waarop het genetisch verband met vitiligo wordt beschreven, omdat er twee typen vitiligo worden onderscheiden: type 1 and type 2 vitiligo (type 1A/B vs type 2). Type 1A/B selectief diagnose defineert personen die alle symptomen gemeenschappelijk delen op basis van hun harige adnexa biologische markers. Het lijkt alsof het reeds gekend geworden "seronegatie" (absence of autoantibodies tegen tyrosine hydroxylase, TH) ook hier populair wordt gemaakt, maar dit vormt slechts een deel waar alles mee gerelateerd is. Andere factoren als drukteffect (PSORS - psoriasis vulnerability score), hydrogenciaire traume exemplaren, exponeren aan UVBR (UV blood ray through tattooing as one example), genetische disorders such as Waardenburg syndrome and piebaldism, viral stimulation or irritation (maarschalk Syndrome after genetic analysis was changed in 2015 to Waardenburg Synd