# ICD-9 Peripheral Neuropathy
Peripheral neuropathy
, geschaard onder ICD-9 357.xx
, is een klasse van ziekteverloop waarbij de zenuwen in het perifere zenuwstelsel worden beschadigd, veroorzaakend aandoeningen zoals verminderde gevoelssensatie, zwakte en paralyses. Het kan optreden als gevolg van onder meer diabetes mellitus, alcoholisme, farmaceutische producten, infecties, toxische stoffen of door erfelijke factoren.
typische symptomen van peripheral neuropathy omvatten:
Een diagnose van peripheral neuropathy wordt gesteld door uitvoering van een serie medisch tests om de natuurlijke functies van de perifere zenuwen te evalueren. Deze testen omvatten bloed- en urineonderzoek, elektronystagmografie (ENG), electroencephalografie (EEG), nemodiagnoses en vibratiedetectietests. Imagingtests zoals MRI en CT-scans zijn alleen van belang wanneer deze andere onderzoeken suggestie geven voor een onderliggende voor de ziekte verwante pathologie zoals hersentumor.
Er bestaat geen geneesmiddel dat het proces omheen de beschadiging van de zenuwen terugdraait, maar velen van de symptomen kunnen overwonnen worden. Met behulp van medicatie die het pijnbeeld en de gevoelloosheid beïnvloedt kan dit overwinnen worden voor vele patiënten, evenals via fysiotherapie en het voeren van een gezond levensstijl bij het bestrijden van de oorzaak van de ziekte. Er bestaan ook alternative behandelingen zoals laserbehandeling en acupunctuur die niet met zekerheid tot wel effect kunnen hebben bij het verbeteren van de symptomen maar wel als supplementaire behandeling helpen. Een nieuwe behandelmethode bij mgus
(monoklonale gammopathy van onbekende significatie) gerelateerd neuropathy is stemceltherapie, waarbij menselijke stamcellen worden gebruikt om de beschadigde zenuwen te vervangen en een betere activiteit en gevoelloosheid te stimuleren. Onderzoek is nog in progressom en uitspraken hierover zijn voornamelijk positief. De eenduidige klinische toetsing hiervan is echter nog steeds voor het vinden toegepast. Ook bestaat er overweging naar aanleiding van hereditariaire predisposities in het optische gebied neuroprotectieve therapie te ontplooien voordat plots afnemende zichtsinrichting kan optreden..