Neuropathie van de ischiaszenuw: neuropathie icd 9 code 2012
# Sciatische NervusneuropatieInleiding
De sciaticusnerve (Latijn: sciatus, verkorting van ischias) is de samenvoeging van de lendennerve en de zadelnerve in het lichaam. Deze zenuw strekt zich van L4, L5 of S1 in de ruggenmerg tot het gebied rond de knie. Sciatische nervusneuropatie verwijst naar irriteatie, damage of ontsteking van de sciaticusnerve, waardoor soms hevige pijn in het been voorkomt.
Symptomen
De voorkeurspijnen en reflexies te onderzoeken zijn: het hypogastriek- en het quadricipitalereflexie. Hiernaast kunnen symptomen variëren, maar meestal ziet men de volgende afwijkingen bij mensen met sciaticusnerve neuropatie:
- Hevige scherpe pijn in een of beide benen
- Zwakzinnigheid of kloofbenemingen in het achterste gedeelte van de benen of enkel enigszins flink naar buiten gebogen worden
- Pijn na langstaand ook wel nadachtigen (positieve Lasegue)
- Pijn met stootreflexie (straalpijn tijdens touwtje uithalen)
- Ondanks het feit dat veel mensen ernstige pijn voelen, kunnen hun sierlijke gepijndes liever het ongemakelijke gevoel ervaren van een slecht gekapseld oog in plaats van overdreven pijn die vaak verband houdt met mechanische irritatie van de schorslaag van de zenuwbundel.
- Neurogenic Schuermanns disease (NSD), gerapporteerd in 1996 door George Bradshaw en Henry Sandow, betreft een specifieke vorm van scheermann's disease waarbij er beïnvloeding is van de schuifdoorn aan de ene of beide zijden van de interverbale diskus door een bruisje op de sciatische nerve. De bruisjes ontstaan door traction en uithaling van de schoringsroede van de hersenschorslaag als gevolg van aanslagen aan de ruggenmergspier. Dit leidt tot versekcering van de sciaticusnerve en uiteindelijk neurogenic scoliosis.
Diagnose
In principe kan de diagnose sciaticusneuroopathie op basis van klinische eigenschappen uitgevoerd worden. De definitieve diagnose kan alleen gehouden worden door spieronderzoek anteroposterieur (AP en posteroanterieuw [PA]) transversale ruisflintspeciale (magnetic resonance imaging [MRI]) scans om te controleren of er fysieke veranderingen in de zenuw zijn. Complementaire tests, zoals dorsale selectieve wetwaterdruktoets of gaussmetrisch installatieonderzoek (GEU), komen minder gebruik voor in de praktijk, hoewel ze een belangrijke rol spelen bij complexere klachten en diagnosen. Het moet bovendien herinnerd worden dat tussen radiologische abnormaaltallen voor sciaticusnervepathie en patiëntklachten geen direct verband bestaat, waardoor niet elke positieve MRI identiek is aan symptomen van sciatische neuroopathie. Andere sciaticussenkwachten om te beschouwen zijn diabetische polyneuropathie, pudendale neuropathie, idiopaat sciatica, tumorhoppercijfering voor neuropathy, pubertas multiplex familiair exercitatie besmettingsyndroom, infectueuze radiculitis (zoals veroorzaakt door Mycoplasma hominis), danseuse's priepziekte en andere microbiële radiculitis.
ICD 9 codes neuropathy
Sciatische nervusneuropatie wordt onder aantal verschillende internationaal standaardcodenummers genoteerd, waaronder:
- 354.0 Algemene perifeer neuritis en neuritis mononeuropathy met exacte locatie niet genoemd - Belastingbron E05x / oude code G5984 - Langdurende demyelinisering met clinical evidence of recovery of function - Belastingbron G619 - Polyneuritis/polyradiculoneuritis etherongemeengesproken (progressive) - Belastingbron G720 Pained toes or soles...; Sciatica... eller Muscle cramp that recurs after exercise - Belastingbron R536 or S358 or M463 These benummeringen zijn gebaseerd op de Internationale Klassificatiestandaard voor Ziekten ICD-9 CM. Er is momenteel een versie 10 (ICD-10) daarvan die wordt toegelicht.