Vitiligo (uitspraak: [vitiligo]) is een huidafwijking die veroorzaakt wordt door het verdwijnen van pigmentcelden (melanocyten) uit de huid en oogleden. Dit resulteert in lichaamsgedeelten met ontbrakende of afgevaagde pigmentatie, waardoor witte vlekken optreden.
Hoewel de exacte oorzaak van vitiligo niet geheel bekend is, worden er verscheidene theorieën toegeschreven:
Vitiligo kan zich overal over het lichaam voorkomen, maar er bestaat geen verband tussen de locatie van de vlekken en hun oorsprong of behandeling. De aandoening kan zich snel verspreiden en bij sommigen zal het gestadig verbeteren, terwijl anderen meer leukotrichia (blonde of witte haar) ondervinden.
Ooggeledogen, of vitiligo oculi, zijn iets verschillends dan het habituele vitiligo en veroorzaakt een duidelijke witte plek in één of beide oogleden. De oorzaak hiervan is niet geheel duidelijk en het kan zich altijd herstellen bij behandeling.
De vroegste symptomen van vitiligo bestrijken gele koortsimities tot afval van pigment uit allerlei delen van het lichaam. De meeste mensen vinden het als een inslag van iris vlokken zoals zwart dropletten of witte vlekken op hun huid. Behandeling moet snel begonnen worden om verdere uitingen te voorkomen en de gevolgen minimaliseren. Een diagnose wordt gesteld door een dermatoloog door middel van clinical observations. Aanvullende tests zoals biopsies kunnen gesloten worden als nodig is voor identificatie van andere onderliggende aandoeningen.
Er is nog geen definitieve genezing voor vitiligo beschikbaar. Om de verspreiding ervan te minimeren, zouden mensen met dit disorders regelmatig onderhavente blijven bij een dermatoloog en proberen zich op een gezond en balanced levensstijl te richten door goede voeding, weinig stress, slapen genoeg en graag het melanijn in het lichaam te stimuleren door regulier zonnen, gebruikende zonscreeningskalender en voedsel rijk aan vitamin B12. Veelgebruikte therapien om de vitiligovlekken te verkleuren omvatten corticosteroïderhormonen en immunosuppressivaanties, coba-therapie, fototherapie met UVB-fotonoosterstelling en papillair dermaronderma-therapie met scalpell opschraping. Hypopigmentatie van de huid blijft echter vaak altijd een permanente eigenschap van de aandoening.